Om auto’s en vrachtverkeer veilig én snel van a naar b te brengen werden snel- en autowegen, bruggen en viaducten, stoplichten en zebrapaden noodzakelijk. Steden waren beter bereikbaar dan ooit en de ruimte buiten de stad lonkte. Suburbanisatie was een feit en dit leidde tot de welbekende filedruk op de Nederlandse wegen. Maar ondanks dat, blijft de auto goed voor bijna 75% van de in totaal door personen (autobestuurders en -passagiers) afgelegde afstand.
Na tientallen jaren van (re-)urbanisatie wordt het in de steden aanhoudend drukker en maken we intensiever gebruik van de beperkte ruimte. Er is minder plek voor een auto en het blijkt vaak niet het snelste vervoersmiddel. Vooral in grote steden wordt de auto steeds vaker ingeruild voor een vaak duurzamer alternatief. Inwoners maken, inmiddels al jaren, gebruik van bakfietsen en elektrisch fietsen, step of scooter. En ook voor de ‘last mile delivery’ van onze pakketten en boodschappen wordt steeds meer gebruik gemaakt van een alternatief voor de bestelbus in de vorm van (elektrische) bakfietsen (of iets wat daarop lijkt).
Lokale overheden hebben de uitdagende taak om ervoor te zorgen dat de binnenstedelijke infrastructuur efficiënt en veilig is voor al deze verkeersdeelnemers. Door het toenemende belang van leefbaarheid en gezondheid, ontstaan steeds meer autovrije of autoluwe binnensteden, fietsstraten waar de auto slechts te gast is en worden nieuwe wijken aangelegd gericht op alleen bestemmingsverkeer. Door een grote verscheidenheid aan voorzieningen in de buurt te faciliteren – conform de ‘15 minute city’ gedachte – neemt bovendien de noodzaak van het hebben van een (eigen) auto af. Het verminderen van vervoersstromen beperkt bovendien de stikstofuitstoot en dat is onder andere goed voor onze gezondheid. Een mooi buitenlands voorbeeld is het Spaanse stadje Pontevedra, een volledig autovrije stad, waar 70 procent van de verplaatsingen wordt gedaan door voetgangers. Hierdoor is de vervuiling 61 procent gedaald en is het wegverkeer met 90 procent afgenomen. De infrastructuur en de openbare ruimte zijn aangepast om leefbaarheid te faciliteren.
Ook de auto zelf ontwikkelt zich. Zo komen er steeds meer elektrische auto’s – al zijn dat met name leaserijders – en in de steden zie je steeds meer (elektrische) deelauto’s die het hebben van een tweede auto of überhaupt een eigen auto overbodig maken. Een trend die er uiteindelijk toe gaat leiden dat er minder auto’s in de stad (stil)staan en de inrichting van de stad verandert. Dit gebeurt pas echt radicaal met de komst van de autonoom rijdende auto – al weten we nu niet of dat nog 5, 10 of 20 jaar duurt. De leefbaarheid in steden neemt hierdoor substantieel toe, waardoor de stad aantrekkelijker wordt om in te wonen. Door de komst van autonoom rijdende auto’s hebben mensen plotseling de beschikking over hun eigen ‘privé-trein’ en zou het kunnen dat mensen juist de voorkeur geven aan het wonen buiten de stad. Wat betekent dit voor het openbaar vervoer en haar huidige infrastructuur?
In het toekomstbeeld van de stad is geen plaats meer voor (eigen) auto’s en al helemaal niet voor geparkeerde auto’s. Zonder dat dit ten koste gaat van de bereikbaarheid van die stad. Vanuit ‘mobiliteitshubs’ kunnen zowel bewoners als bezoekers en forenzen de stad uit en in met een vervoersmiddel naar keuze. Daar worden autonoom rijdende auto’s opgeladen of tijdelijk geparkeerd. Het zijn ook de plekken waar mensen elkaar ontmoeten voor (zakelijke) afspraken, hun boodschappen of pakketjes ophalen en waar mensen in de buurt willen wonen. Door nu strategische plekken in en aan de rand van de stad aan te wijzen als ‘mobiliteitshub’ bereikbaar met fiets, OV en auto, kunnen we voorsorteren op de toekomstige behoeften en deze stimuleren. Door nu te kiezen voor leefbaarheid en een andere manier van bereikbaarheid, maken we een strategische, duurzame keuze voor onze ruimtelijke inrichting op de lange termijn en vergroten we de waarde van de stad.
Elke maand verschijnt er een column over een onderwerp dat gerelateerd is aan de waarde van de stad. Hierin staat een visie op de maatschappelijke relevantie van steden, stedelijke ontwikkeling en dus ook vastgoed. Deze visie komt tot stand vanuit intern onderzoek en dialoog met interne en externe stakeholders, in nauwe samenwerking met consultants en analisten uit ons Real Estate Strategy & Innovation team. Meer achtergrond is te vinden in de gelijknamige Insight: Mobiliteitshub: enabler voor toekomstige bereikbaarheid.