Door de eeuwen heen is bij de ontwikkeling van steden sprake van een continue wisselwerking tussen de centrale, regionale en lokale overheid met de markt. Ontwikkelingen blijken economisch, demografisch en technologisch gedreven, in verschillende fasen van (de-)urbanisatie, sub- en re-urbanisatie. Met in meer of in mindere mate met een ruimtelijke visie als kader.
Ruimtelijke ordening als handvat voor toekomstbestendigheid
Na jarenlang een decentraal beleid te hebben gevoerd, gaat de Rijksoverheid opnieuw meer sturing geven aan stedelijke ontwikkeling. Met de in september gepresenteerde Nationale Omgevingsvisie (NOVI) geeft de overheid prioriteit aan de ontwikkeling van sterke en gezonde steden en regio’s. De enorme opgave om tot 2040 zo’n één miljoen woningen bij te bouwen wordt uitgedaagd door de verduurzamingsopgave. De bebouwde omgeving, geholpen door de Omgevingswet (per 1 januari 2022), kan én moet een enorme bijdrage leveren aan het tegengaan van klimaatverandering.
De eerste steden die tussen 1100 en 1400 werden gesticht lagen veelal aan de oever van rivieren zoals Deventer, Utrecht, Arnhem, Dordrecht en Maastricht. Het stichten van een stad was destijds een particulier initiatief van inwoners en heren. Zij stichtten een zelfstandige economische kern, meestal met een haven. Bereikbaarheid was bepalend voor de locatiekeuze. Toendertijd over water, kenmerkend voor het stedenpatroon in ons land.
In de 19e eeuw breidden als gevolg van industrialisatie bestaande steden zich uit en werden de stadsbesturen gedemocratiseerd bij de invoering van de Grondwet in 1848. De overheid ging zich in die tijd steeds actiever bemoeien met de ruimtelijke inrichting waaronder de infrastructuur. De komst van het spoor had een ingrijpende invloed op de stadscentra; het economische zwaartepunt breidde uit naar gebieden die werden ontsloten door treinspoor. Industriesteden als Eindhoven en Enschede werden snel bereikbaar en in deze tijd ontstonden woonsteden als Apeldoorn en Hilversum.
Na de Tweede Wereldoorlog brak een periode van suburbanisatie aan. Inwoners vertrokken uit de steden, terwijl de focus juist verschoof naar de autobereikbaarheid, ook in de binnenstad. Dit leidde tot een toename van woon-werkverkeer en daarmee filedruk. Deze leegloop ging ten koste van het voorzieningenniveau waardoor binnensteden, de economische centra, verloederde. In reactie hierop gaf de Rijksoverheid met de Vierde Nota van Ruimtelijke Ordening sturing aan stedelijke ontwikkeling, waardoor processen van (re-) urbanisatie weer zichtbaar werden. De urbanisatie zet zich vooralsnog door, al is de sturing sinds het begin van deze eeuw decentraal, bij de gemeenten, neergelegd.
Sturen waar het moet, faciliteren waar het kan
Om onze steden toekomstbestendig te maken, deze leefbaar en economisch gezond te houden en daarnaast ook de woning- en verduurzamingsopgave te kunnen oplossen is er nú behoefte aan een overkoepelende nationale visie op steden en regio’s. Met dit handvat kunnen regio’s zelf effectief en succesvol ambities realiseren en kan er bijgestuurd worden wanneer er gebrek is aan eigen visie en sturingsmiddelen. Tegelijkertijd is er ruimte nodig voor het creëren van eigen identiteit; een ontwikkeling die zich op veel plekken voordoet zoals in Wageningen (“Foodvalley”), en Eindhoven (“Design Stad. High tech stad. Brainport.”). De groeipotentie zit vooral waar multifunctionele gebieden (verder) ontwikkeld kunnen worden; waar woningen toegevoegd kunnen worden aan kantoorgebieden gecombineerd met gebruiksvoorzieningen. Hierdoor ontstaan plekken waar mensen graag verblijven. Dus is het nodig om ook te investeren in goede infrastructuur, zowel binnenstedelijk, tussen steden als interregionaal, waardoor multimodale knooppunten ontstaan. Laten we economisch, demografisch en technisch gedreven de juiste keuzes maken, het schaalniveau omhoog brengen en versnellen. Gericht op een gezamenlijke stip aan de horizon: een innovatief, vooruitstrevend, duurzaam en kennisintensief land waar ruimtelijke ordening het handvat biedt voor de toekomstbestendige stad.
Elke maand verschijnt er een column over een onderwerp dat gerelateerd is aan de waarde van de stad. Hierin staat een visie op de maatschappelijke relevantie van steden, stedelijke ontwikkeling en dus ook vastgoed. Deze visie komt tot stand vanuit intern onderzoek en dialoog met interne en externe stakeholders, in nauwe samenwerking met consultants en analisten uit ons Real Estate Strategy & Innovation team. Meer achtergrond is te vinden in de gelijknamige Insight: Ruimtelijke ordening: handvat voor een toekomstbestendige stad.